Samenwerken in het landelijk gebied is allesbehalve eenvoudig. Een toekomstbestendige inpassing van de mix van landbouw, natuur, recreatie en water in beperkte ruimte, de mate waarin de opgaves met elkaar samenhangen en de hoeveelheid betrokken stakeholders maken de gemiddelde gebiedsaanpak complex om te sturen. Procesmanagers Lisa Olsthoorn en Gert-Jan Braas delen hoe zij voor hun opdrachtgevers in het landelijk gebied tóch beweging krijgen in deze complexe processen.
Als procesmanagers bij P2 zijn Lisa en Gert-Jan gespecialiseerd in het begeleiden van gebiedsprocessen rondom ruimtelijke opgaven die spelen in het landelijk gebied. In die rol zijn ze partner van opdrachtgevers die de mix van agrarische, ecologische en hydrologische vraagstukken in hun buitengebied toekomstbestendig willen inrichten. Gert-Jans laatste project was voor het landelijk gebied van de gemeente Winterswijk, Lisa is nu aan de slag met de gebiedsgerichte uitwerking van hydrologie, ecologie en recreatie voor het buitengebied van Katwijk en Wassenaar.
Drie factoren maken samenwerken in het buitengebied complex, zeggen Lisa en Gert-Jan. In het landelijk gebied kom je veel verschillende partijen tegen die hele uiteenlopende standpunten hebben. “Van gemeentes tot natuurbeheerders, van boeren tot erfgoedbewakers”, licht Lisa: toe. “Al die verschillende perspectieven moeten we bij elkaar zien te brengen. Voor mij begint dat met begrijpen wat er bij elke stakeholder leeft.” Daarbij vindt Lisa het de uitdaging om de juiste balans te vinden tussen het aanpakken van korte termijnopgaven maar ook meteen verder te kijken naar wat het gebied over vijftien jaar of zelfs 50 jaar nodig heeft. “Overheidsbeleid dat onvoorspelbaar is en op de korte termijn gericht is, maakt het voor agrariërs momenteel erg moeilijk om een gesprek te voeren over hoe het gebied er over vijftien jaar uit moet zien en hoe zij hun bedrijfsvoering hierop aan kunnen passen. Voor Staatsbosbeheer daarentegen is werken met een tijdshorizon van vijftien jaar niet vreemd. Een bos groeit ook niet in één nacht.”
De manier waarop sommige overheden zijn ingericht, maakt samenwerken in landelijk gebied ook niet vanzelfsprekend. Hoewel veel overheden de slag naar een integrale organisatie hebben gemaakt, zijn er ook provincies en gemeentes met een sectorale focus. Ambtenaren werken er in afdelingen die exclusief gericht zijn op een deelgebied als water, Natura2000, mobiliteit of wonen. Complexe ruimtelijke opgaven vragen juist om een integrale blik en sector-overstijgende aanpak, ziet Gert-Jan. “In Winterswijk zeiden ze tegen me: het wordt hartstikke moeilijk om alle boeren aan tafel te krijgen. Maar in de praktijk bleek het juist lastig om alle overheidsfunctionarissen op één lijn te brengen. Zij overleggen van nature niet zozeer buiten hun sector omdat ze gewend zijn vanuit de eigen afdeling en bijbehorende verantwoordelijkheden te werken.”
Onzekerheid over de plek die landbouw in de toekomst in ons land krijgt, is de derde factor die samenwerken in het buitengebied ingewikkeld maakt. Agrarische activiteiten bepalen voor een groot deel hoe ons landelijk gebied gebruikt wordt maar de toekomst van de landbouw is onzekerder dan ooit. Daar heeft een partij als de BBB nog geen verandering in gebracht. Ook heeft Europa Nederland op het matje geroepen omdat het zich niet aan de kwaliteitseisen voor water en natuur houdt. Lisa vindt die onzekerheid onwenselijk. “Agrariërs investeren voor tientallen jaren vooruit maar weten door wiebelig en weinig doortastend overheidsbeleid niet waar ze de komende decennia aan toe zijn. De kwaliteit van onze bodem, water en lucht is beneden peil. Daarom hebben we heldere keuzes nodig hoe we water, natuur, landbouw in de toekomst met elkaar in harmonie brengen.”
Volgens Gert-Jan is de decennialange focus op het maximaliseren van de opbrengst van landbouwpercelen debet aan de slechte milieukwaliteit. “We hebben ons niet beseft dat maximale productie negatieve effecten heeft op natuur, natuurgebieden, de waterkwaliteit en -kwantiteit. In de Natura 2000-gebieden, waar stringent op kwaliteit gemeten wordt, zien we dat de biodiversiteit achteruit holt. Als samenleving vinden we de negatieve effecten op de natuur steeds minder aanvaardbaar. Niet alleen die van de landbouw trouwens maar ook die van de industrie, energie, wonen en mobiliteit.”
Lisa presenteert 'Nieuwe Vroenten' tijdens Dutch Design Week 2024
Bij de inrichting van het landelijk gebied worstelen waterschappen, provincies en gemeentes dus met de veelheid aan stakeholders, met wat gebiedsgericht werken van de interne organisatie vraagt en met onzekerheid over de toekomst van de landbouw. Om hun opdrachtgevers desondanks aan goede gebiedsplannen te helpen, zetten Lisa en Gert-Jan proces-, project- en programmamanagement in. Daar bovenop voegen ze ook altijd het P2-vakmeesterschap toe: een mensgerichte en integrale aanpak.
Gert-Jan is ervan overtuigd dat mensgericht werken cruciaal is voor het proces én de inhoud. Volgens hem zit de meerwaarde van zijn bureau dan ook juist in de combinatie van proces-, programma- en projectmanagement én de manier waarop P2’ers met mensen omgaan. “Bij P2 staat de mens centraal. Dat klinkt logisch maar in een technische omgeving is dat niet automatisch het geval.” De procesmanagers van P2 staan heel bewust open voor alle verschillende perspectieven die ze bij een opdracht aan de vergadertafel hebben. Gert-Jan: “Met een open mindset luisteren we naar alle invalshoeken: de Kaderrichtlijn Water, de agrariër met zijn familiebedrijf, de projectontwikkelaar. We creëren de juiste setting en we vinden de juiste toon. Bij ons aan tafel ontdekken partijen al pratend dat er, onder de verschillende standpunten, ook altijd belangen zijn die ze wél met elkaar gemeen hebben. In het landelijk gebied is dat vaak een grote liefde voor het landschap. Die delen boeren, ontwikkelaars, erfgoedbewakers en ambtenaren. Als dat inzicht er is, kun je in een gebiedsproces gaan bewegen richting maatregelen waar draagvlak voor is.”
Naast mensgericht werkt P2, waar mogelijk, ook integraal. In haar huidige klus voor de gemeentes Katwijk en Wassenaar en de Provincie Zuid-Holland bewaakt Lisa voortdurend de samenhang. Haar opdracht is om in het landelijk gebied een toekomstbestendig hydrologisch en ecologisch systeem te creëren, waar ook ruimte is voor recreatie. “De huidige kwaliteit van de lokale natuur en water is slecht; er is weinig biodiversiteit, weinig leven”, schetst Lisa. “Dat moet hersteld worden. Op voormalig Marinevliegkamp Valkenburg dat aan het gebied grenst, komen woningen voor zo’n 10.000 mensen. De wens is om deze bewoners in het buitengebied een fijne achtertuin te bieden voor de dagelijkse recreatie, zodat ze niet de auto pakken naar de nu al kwetsbare Hollandse Duinen.”
Om tot een voor alle gebiedspartijen optimale oplossing te kunnen komen, zorgt Lisa ervoor dat partijen over de grenzen van hun eigen gebied heen blijven kijken. “Als Dunea, de gemeentes Katwijk en Wassenaar en Staatsbosbeheer alleen hun eigen aandachtsgebied zouden bekijken, komen we nooit tot een gezond ecosysteem. De dieren, planten en mensen in het gebied houden zich niet aan gemeentegrenzen. De gemeentes hadden allebei een eigen plan, waar we nu een gezamenlijk gebiedsperspectief van maken. Met integrale aandacht voor fietspaden, verbindingen voor zowel planten als dieren en slimme mobiliteitsoplossingen voor recreanten, die niet stoppen bij gemeentegrenzen.”
Gert-Jan onderstreept het belang van het zien van de samenhang. “In het landelijk gebied gaat het nooit om de waterkwaliteit van één beek, of het organische stofgehalte van één natuurgebied, of de opbrengst van één landbouwperceel. Het gaat om het totaal, om de samenhang tussen de opgaves.” Door de sectorale inrichting die bij veel opdrachtgevers lange tijd de standaard was, is de verleiding groot om tot een oplossing per sector te komen. Gert-Jan waarschuwt dat je voor een robuuste oplossing moet blijven uitzoomen. “Als je het geheel aan problematiek niet overziet, ben je per definitie bezig met suboptimalisatie. Om processen in landelijk gebied tot een goed einde te brengen, is het daarom van belang om zo snel mogelijk overzicht krijgen in hoe alle deelgebieden met elkaar samenhangen. Als je weet wat er speelt en wat er al loopt, dan kun je dat met elkaar verbinden.”
Ook lef is een kenmerk van het vakmeesterschap van P2. Lef om het net even anders te doen dan de opdrachtgever in eerste instantie verwacht omdat het tot een beter resultaat kan leiden. Ter illustratie noemt Gert-Jan een opdracht die hij deed voor Waterschap Rijn en IJssel, waarin hij als projectleider in het kader van de Kaderrichtlijn Water reeds geformuleerde algemene maatregelen voor diverse beekjes in de Achterhoek concreet moest uitwerken.
Om die maatregelen toekomstbestendig te maken, stelde Gert-Jan voor om eerst een gebiedsvisie voor het stroomgebied te formuleren. “Voor mijn opdrachtgever was dat een lastige boodschap omdat ze de maatregelen al opgesteld hadden”, vertelt Gert-Jan. Hij ging open met ze in gesprek. “Ik was op een rijdende trein gestapt en die trein moest toch echt even vertragen, want het is belangrijk dat je eerst weet waar de trein heen moet voor je gas geeft. Dat ik op de pauzeknop drukte, werd niet zonder slag of stoot geaccepteerd: mensen hadden de verwachting dat ze aan de slag konden en in plaats daarvan kwam ik met allemaal lastige vragen. Maar het Waterschap onderkende het belang van een visie en gaf me de ruimte en het vertrouwen om hiermee aan de slag te gaan.”
Als Lisa en Gert-Jan een gouden tip mogen geven hoe je ondanks alle complexiteit tóch tot een gedragen visie voor landelijk gebied kunt komen, is hun advies om de tijd te nemen bij de start van een gebiedsaanpak. Lisa is ervan overtuigd dat je in het begin langzaam moet gaan om later te kunnen versnellen. Of zoals zij het samenvat: “Eerst luisteren, analyseren en draagvlak bouwen, dan pas doen.” Omdat het wezenlijk is dat alle partijen meegaan in het vaststellen van de opgave en het procesontwerp, moet je volgens Lisa aan de voorkant van het proces de tijd nemen om de opgave uit te kauwen en spelregels te bepalen hoe je van de opgave naar oplossingen komt.
“Publieke partijen gaan er soms iets te snel van uit dat ze aan het begin van een proces of project al alle belangen, ambities en cijfers duidelijk hebben en dat ze dat meteen in een projectplan kunnen gieten”, zegt Lisa. “Maar vaak zijn de opgaven dan nog geformuleerd op het niveau van ‘we moeten de afname van de waterkwaliteit in het gebied tegengaan’ en dat is nog te wollig om concreet aan de slag te kunnen.” Gert-Jan vult aan: “Aan het begin van een opdracht willen we eerst goed inzichtelijk maken wat we met elkaar bedoelen, uiteenrafelen waar ieders belang zit en gelijkwaardigheid aan tafel creëren om dan pas samen ook echt te kunnen bouwen. Voordat we starten, willen we consensus met elkaar hebben over wáár we aan gaan werken en welke opgave we concreet naar een oplossing gaan brengen. Dan pas kun je echt van start.”
Een exercitie doen aan de start van een gebiedsproces met álle stakeholders helpt ook, vertelt Lisa. “Voor mij werkt het om eerst het grondeigendom in het buitengebied letterlijk in kaart te brengen. In het landelijk gebied heb je meestal te maken met verschillende eigenaren. Grond is de sleutel om later in het proces ook echt oplossingen met elkaar te kunnen realiseren. Door met alle grondeigenaren een gezamenlijke ambitie én een gezamenlijke grondstrategie te maken, heb je een gedragen vertrekpunt en voorkom je dat je in deelbelangen verstrikt raakt. Weer die integrale en mensgerichte aanpak dus.”
Lisa Olsthoorn
Favoriet landelijke gebied : De Maasheggen in Noord-Brabant is een onontdekte parel. Hele kleine percelen, omzoomd door mei- en sleedoornheggen. Hier wordt het kleinschalige mozaïeklandschap herstelt door herstel van eeuwenoude heggenpatronen, eens biotoop voor vogels en insecten en fantastisch wandelen en fietsen.
Gert-Jan Braas
Favoriet landelijke gebied: Ik houd van het kleinschalige Winterswijkse coulisselandschap. Maar ik kan ook het strakke productielandschap van de Flevopolder waar super efficiënt gewerkt wordt, waarderen.
credits foto bovenaan: beeldbank Nationaal Park Hollandse Duinen