Integraal denken voorwaarde voor optimaal gebruik van stadsdaken
Integraal denken voorwaarde voor optimaal gebruik van stadsdaken

Integraal denken voorwaarde voor optimaal gebruik van stadsdaken

 

Gijs en Vincent gaan voor goud in Rotterdam

In de stad worden daken steeds belangrijker om te benutten. In Rotterdam is te weinig ruimte om alle ruimtelijke ontwikkelingen uit de omgevingsvisie een plek te kunnen geven. De vele platte daken van de stad bieden uitkomst. Maar om dit ‘dakenlandschap’ optimaal te benutten, is een integrale afweging nodig. P2 ondersteunt de gemeente Rotterdam met beleid én een pleidooi voor integraal denken.

Vincent Schipper en Gijs Woldring zijn beiden procesmanagers bij P2. De eerste werkt bij het Team Gelukkige Stad, de tweede bij Team Land & Water. In maart dit jaar startten ze samen een klus voor Paul van Roosmalen, programmamanager Multifunctionele Daken, van de Afdeling Duurzaamheid van het Cluster Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam. Hun opdracht: begeleid het proces om te komen tot beleid op de output van het programma Multifunctionele Daken. In december presenteren ze de resultaten in het concept Omgevingsprogramma Multifunctionele Daken.

Rotterdam koploper

In Nederland is Rotterdam een van de koplopers in het gebruik van daken in de ruimtelijke ordening, zegt Gijs, die ook procesmanager bij de stichting Nationaal Dakenplan is. “Door het grote aandeel van naoorlogse bebouwing heeft Rotterdam relatief veel bruikbare platte daken. Namelijk wel achttien vierkante kilometer plat dak, waarvan circa zeventien vierkante kilometers onbenut.” En Rotterdam heeft dat oppervlak hard nodig: vóór 2030 komen binnen de stadgrenzen 30.000 nieuwe woningen, plus bijbehorende faciliteiten als parkeerplaatsen, scholen en sportvoorzieningen.

Programma Multifunctionele Daken

De gemeente Rotterdam begon het ‘dakdenken’ in 2008 vanuit de behoefte om meer stadsdaken ‘groen’ te maken. Inmiddels is het stapelen en integreren van het groeiende aantal functies voor daken de essentie van het programma Multifunctionele Daken (2019-2022). Rotterdam heeft richting 2050 grootse plannen met de daken: vergroening, waterberging, schone energie, meer woningen, sociale opgaven; de lijst is lang. Naast de groene daken die staan voor beplanting en biodiversiteit, zijn er ook gele daken voor energiebesparing en -opwek, blauwe daken voor wateropvang (hemelwaterbuffering in reservoirs of in combinatie met groen), paarse daken voor verdichting door ‘optoppen’ (RO-jargon voor het toevoegen van een extra woonlaag), rode daken voor een sociale functie zoals een gezamenlijk dakterras als ontmoetingsplek voor inwoners, grijze daken voor nutsvoorzieningen en reservecapaciteit en oranje daken voor mobiliteit van mensen en goederen. Want in de toekomst lopen wegen en verbindingen niet alleen op het maaiveld maar ook op dakniveau.

Afstemming nodig

Om al deze veelkleurige wensen mogelijk te maken, is afstemming nodig tussen de verschillende gemeentelijke opdrachtgevers. Als je niet oppast zijn ambtenaren bezig met de invulling van de daken vanuit de verschillende deelbelangen afzonderlijk. “Als het Programma Multifunctionele Daken dit niet zou coördineren, liggen alle daken binnen de kortste keren bijvoorbeeld vol met zonnepanelen”, constateert Gijs. Dan is team Geel tevreden, maar de rest niet. “Er wordt meer ruimte geclaimd dan beschikbaar is", vult Vincent aan. "Ook de programma's op gebied van biodiversiteit, groen en wateropvang  willen hun duurzame doelen realiseren. Je moet wel integraal werken en zoveel mogelijk combineren, anders kun je niet alle doelen realiseren. Dat is binnen traditioneel verticaal georganiseerde overheden een flinke opgave."

Multifunctionele aanpak

Dus hebben de P2’ers samen met hun opdrachtgever ingestoken op een multifunctionele aanpak voor het dakenlandschap waarbij ze de monofunctionele kleuren met elkaar verbinden. Gijs: “Bepaalde kleuren versterken elkaar: neem een sociaal dak met groene elementen. Of blauw met groen en geel. Wij hangen boven de individuele afwegingen en gaan voor goud, een combinatie van alle kleuren waarmee je de meeste maatschappelijke waarde creëert.”

Verbinding

De aanpak van P2 is daarom gericht op verbinding. Onder het motto ‘het dak is van iedereen’ brachten de procesmanagers in fase één 48 vertegenwoordigers van alle kleuren bij elkaar om overlap en knelpunten duidelijk te krijgen. In fase twee hielden ze verdiepingssessies rond de knelpunten. Nu is fase drie aangebroken en ondersteunen ze bij het opstellen van beleid dat de gemeente helpt om de doelen en maatregelen scherper in beeld te krijgen.

Beleid zoomt in

Dat beleid krijgt langzaam vorm. De nieuwe Rotterdamse dakenvisie bestaat uit vier niveaus die steeds meer inzoomen. Vincent: “Eerst schetsen we het droombeeld voor de hele stad in 2050. Dan zoomen we in op de verschillende wijken, zoals bijvoorbeeld de binnenstad waar relatief veel hittestress en wateroverlast is. Daarna kijken we naar het type gebouw. Een flat, rijtjeshuis of school hebben allemaal andere kenmerken. Tenslotte kijken we naar de verschillende dakeigenaren, van particulieren en VVE tot bedrijven en investeerders. Zo werken we van grof naar fijn.” 

Activatie van eigenaren

Want dat is ook nog een ding: de gemeente is slechts eigenaar van een klein deel van de daken in de stad. Dus hoe krijgt de gemeente dakeigenaren zo ver dat ze uitvoering geven aan het beleid dat nu bedacht wordt? Voor de activatie van de eigenaren heeft de gemeente een aantal instrumenten tot zijn beschikking die ook onderdeel uitmaken van het conceptprogramma, legt Gijs uit. “In eerste instantie geeft het Omgevingsprogramma richting, zowel aan ambtenaren als Rotterdammers. Vervolgens kan de gemeente regelgeving opleggen, zoals in extremis: in bepaalde wijken mogen er geen zonnepanelen meer bij komen. Ze kunnen gewenst gedrag stimuleren met subsidies, zoals in wijken met hittestress groene en blauwe daken belonen. De gemeente kan ook een beleidsleidraad maken waarin ze stellen, dit is de regel en afwijken mag alleen onder voorwaarden.”

Typische P2-klus

Met deze complicerende factoren is de opdracht een typische P2-klus. Vincent: “De oorspronkelijke opgave was om tot beleid te komen, daar hebben wij integraliteit binnen de organisatie aan toegevoegd. We komen ook niet om even advies te geven, we willen de organisatie als geheel beter achterlaten. Gijs: “Door de gesprekken beseffen de verantwoordelijken voor de losse opgaven nu dat ze integraal naar het gebruik van de daken moeten kijken. Niet denken vanuit een zuil maar vanuit de totaaloplossing. Om zo met zijn allen de taart groter te maken en niet één groter puntje te bemachtigen.”

Roadshow

Als het concept-omgevingsprogramma in december is opgeleverd volgt in het nieuwe jaar een roadshow waarin de gemeente het concept-omgevingsprogramma presenteert aan de ambtenaren en de politiek. Opdrachtgever Paul van Roosmalen van de gemeente hoopt op navolging. “Dit project is een toonaangevend voorbeeld van de manier waarop de doorwerking van de Omgevingswet in de gemeentelijke praktijk eruit kan komen te zien. We zien nu al dat veel steden interesse hebben in deze nieuwe manier van beleidsontwikkeling. Hopelijk gaan binnenkort veel meer steden het dak op."