Vakmeesters aan het woord: Wieke Galama

Vakmeesters aan het woord: Wieke Galama

Vakmeesters aan het woord: Wieke Galama

Vakmeesters aan het woord: Wieke Galama

Vakmeesters aan het woord: Wieke Galama

Om een complex project of proces met veel tegengestelde stakeholderbelangen tot een goed einde te brengen, is mensgericht onderhandelen een must. We gebruiken hiervoor de Mutual Gains Approach (MGA) van Harvard/MIT. Deze methode is erop gericht om tot een win-win voor alle partijen te komen in plaats van een compromis waar niemand écht blij van wordt. Dat vraagt vaardigheden als onbevooroordeeld luisteren, empathie en analytisch vermogen, die bij P2 in het DNA zitten. Experts volgen de MGA-opleiding bij Harvard. Hoe gebruiken zij MGA in hun dagelijks werk?

Deze aflevering: zes vragen aan procesregisseur Wieke Galama.

1. Wat is je achtergrond in MGA?

“Bij P2 ben ik door de jaren heen getraind in de principes van MGA.”

2. Hoe pas je MGA toe in je dagelijkse werk?

“In mijn aanpak staat de duurzame relatie voorop, de MGA-essenties pas ik altijd toe. Dat betekent dat ik denk vanuit belangen in plaats van standpunten en vanuit daar het proces opzet. Eerst onderzoeken hoe elke partij in het vraagstuk zit en dan gezamenlijk met de groep het proces bepalen. Ik werk ook steeds bewuster met het principe van win-win. In een complexe opdracht draait het soms om hele andere dingen dan je in eerste instantie denkt. Door in de onderhandelingen alles bespreekbaar te maken, kun je een oplossing vinden die voor iedereen goed is.”

3. Heb je daar een voorbeeld van?

“Ik leidde een proces vanuit een gemeente die de binnenstad wilde verbeteren en daarvoor terreinen aankocht. Eerdere pogingen om met ondernemers op cruciale plekken tot overeenstemming te komen, waren mislukt. Ik heb veel gesprekken gevoerd met elk van de ondernemers over hun persoonlijke situatie en tegelijkertijd veel afgestemd met de verschillende disciplines binnen de gemeente en mijn ambtelijk en bestuurlijk opdrachtgevers. Dat zorgde ervoor dat we vanuit de gemeente consistent bleven werken. In de gesprekken ontstond vertrouwen, inzicht en beweging, wat de ondernemers hielp om hun toekomstplannen concreet te maken. Ze gaven aan dat ze zich door de gesprekken gezien voelde en anders van tafel waren gegaan. De centrumtransformatie is nu in volle gang en één van de ondernemers heeft een doorstart gemaakt in dezelfde straat maar via een businessconcept dat gereed is voor de toekomst. Mensgericht onderhandelen betekent voor mij overigens niet dat je soft bent maar dat je goed luistert naar partijen, bijna irritant doorvraagt naar waar het werkelijk bij hen om gaat en dat durft te betrekken in het vinden van de oplossing. Plus, héél duidelijk met ze zijn over de alternatieven en over elke volgende processtap.”

4. Wat is je favoriete onderdeel uit MGA en waarom?

“Ik geniet van het leggen van de puzzel: hoe steken de belangen van partijen in elkaar en wat zouden oplossingsrichtingen kunnen zijn? Voor mij is dat bijna een sport. Als je de belangenpuzzel hebt gelegd, kun je er een procesaanpak op bouwen. Als dat lukt, maak je echt een verschil omdat je de deelnemers een positieve ervaring in samenwerken geeft. En dát hebben we nodig als we Nederland een beetje mooier willen maken. Als mens vind ik het leuk om allerlei mensen te leren kennen, te ontdekken hoe ze in elkaar steken en wat hun beweegredenen zijn. Eigenlijk ben ik een soort verzamelaar van mensen en hun verhalen.”

5. Wat is voor jou de meerwaarde van MGA?

“Met MGA bouw je heel gericht aan draagvlak. Doordat je gezamenlijk kennis ontwikkelt, werk je aan een gezamenlijke waarheid over of een plan haalbaar is. Langzaam bouw je aan duurzaam draagvlak en een realiseerbare oplossing. Het maakt ook dat het makkelijk wordt om opties te killen. Als je elkaar vertrouwt, durf je namelijk ook eerder te zeggen dat iets niet gaat werken. Dan kun je ermee stoppen, zonder elkaar de zwarte piet toe te delen.”  

6. Heb je een kijk-, lees- of luisterip voor mensen die iets willen met onderhandelen?

“Een boek dat al vaak herdrukt is: Don’t shoot the dog! The new art of teaching and training van Karen Pryor. Het geeft een indruk van positive reinforcement, een positieve methode om dieren te trainen. Toen ik als bioloog bij de topdierentuin Disneys Animal Kingdom in de VS werkte, had ik les van een animal trainer die deze methode gebruikte. Om wilde dieren medisch te kunnen behandelen zonder verdoving moet je ze trainen. Niet vanuit de ‘no’ maar vanuit de ‘yes’. Dieren én mensen begrijpen veel beter wat ze moeten doen met positieve instructies en beloning. Dat geeft meteen een goed gevoel. ‘Nee’ levert zelden informatie op wat het gedrag dan wél zou moeten zijn. Dat werkt frustrerend. Door in onderhandelingen vanuit dat principe met elkaar om te gaan, werken we aan een positieve relatie en vertrouwen.”

Lees ook:


Anne Garretsen, projectmanager mobiliteitstransities
Marcel Goossens, projectmanager food
Mirjam van Oosterhout, procesmanager sociaal domein
Marco van den Berg, programma- en projectmanager